Bali…..ah zonovergoten Bali. Het was een vakantie om nooit meer te vergeten. Van de tempels tot de prachtige landschappen, rijstterrassen tot de vulkanen, snorkeltrips langs mooie stranden tot de lokale cuisine, … Het was een ongelofelijke reis. Maar het eerste wat me opviel in Bali en wat me is blijven fascineren, zijn de honden. Dat noemen ze dan beroepsmisvorming zeker? Het is de eerste keer dat ik met mijn eigen ogen, hond en mens op deze manier heb zien samenleven.
Hondsdolheid
De honden lopen gewoon los op straat! Begrijp me niet verkeerd, het zijn geen zwerfhonden (of toch de meeste niet). Er is namelijk een zeer ernstig probleem geweest met hondsdolheid in 2008. Zo ernstig dat de overheid genoodzaakt was om zwerfhonden te euthanaseren. Ook honden waarvan de eigenaar niet kon voorzien in de basisverzorging (vaccinaties ed.), werden “in beslag” genomen. De hondenpopulatie is dus behoorlijk geslonken maar toch viel mij op hoeveel honden er waren. En ze liepen gewoon op straat! De huizen zijn erg klein dus in huis zal er niet veel plaats voor zijn. Er is trouwens ook gewoon geen geld voor grote huizen of hekken. Daarbij leven de mensen zelf ook grotendeels buiten. Met zo een prachtig klimaat kan je ook moeilijk anders.
Uiterlijk
De balinese hond komt in vele kleuren en maten voor. Maar op één of andere manier is zijn uiterlijk toch onmiskenbaar. Het is volgens mij geen erkend ras. Onze gidsen konden het ons niet vertellen. Ze noemden het gewoon “de balinese hond”. Na wat opzoekwerk ben ik erachter gekomen dat de balinese hond een genetisch unieke straathond is. De genetische zuiverheid wordt wel bedreigd door kruisingen met rashonden. Mijn theorie is dat de balinese hond het resultaat is van vele kruisingen binnen een beperkte populatie. De honden lopen los en er is dus ook geen toezicht op voortplanting. Maar omdat Bali een eiland is, lijken de honden elke generatie meer en meer op elkaar. Ik heb een kleine fotogalerij gemaakt voor jou hieronder zodat je de balinese hond in al zijn glorie en variatie kan bewonderen.
Het leven zoals het is
Ze leven dus langs de straat. Ze dwalen wat rond maar blijven toch in de buurt. Regelmatig wandelen de honden mee naar en van het werk/school. Soms dwalen ze de weg op. De honden die ik heb gezien waren zich wel zeer bewust van de auto’s en reageerden onmiddellijk op getoeter. De toeter wordt in Bali trouwens niet gebruikt zoals we die hier gebruiken in België. Hier is het vooral een uiting van frustratie of boosheid. In Bali wordt hij om elke bocht en bij elk inhaalmanoeuvre gebruikt. Het betekent zoveel als “opgepast, ik kom eraan”. Zonder bijbedoelingen, gewoon informatief. Prachtig toch? Als ze antwoord horen om de bocht remmen ze af, zoniet rijden ze door.
Ook de honden snappen, op een Darwiniaanse manier, de betekenis van de toet. Ze wijken onmiddellijk uit naar de zijkant van de weg zodat ze daarna hun rijk weer tijdelijk kunnen terugnemen van het gemotoriseerde voertuig.
Het zijn wel huisdieren maar de band is een stuk losser als dat ik gewoon ben in onze westerse wereld. Bij ons is de hond volledig afhankelijk van zijn gezin en wordt hij beperkt tot het huis of de tuin als dat gezin weg is. Honden los laten lopen is uit den boze. In Bali gingen de honden zelf op wandel. Hier eens aan een kontje ruiken, daar gaan smeken voor wat eten bij toeristen, etc. Toen we in Pemuteran waren bijvoorbeeld, kwamen we ‘s avonds altijd dezelfde hond tegen op het strand. Hij was op zoek naar aandacht van toeristen en als het kon ook wat snackjes ;-). Hij liet zich met plezier strelen tot hij besefte dat je echt niets bij had en dan waagde hij zijn kans bij de volgende voorbijganger.
Gevaarlijke honden? Meestal niet
Ik heb mij nooit echt onveilig gevoeld bij balinese honden, hoewel Veerle (mijn vriendin) niet erg blij was met loslopende honden zonder halsband. De halsband zou een duidelijk teken zijn dat ze een eigenaar hebben en gevaccineerd zijn. Ik kreeg echter wel het gevoel dat ik, bij de honden die voor een huis lagen, niet te dichtbij moest komen. Ik zeg wel “nooit’ maar nu ik eraan denk ben ik één keertje toch echt niet op mijn gemak geweest. We hadden op een website gelezen dat er een plaats was in Bali waar er prachtige met mos bedekte rotswanden te zien waren. Het was een ravijn met een kleine “grotto”. We hadden de coördinaten opgeschreven en onze chauffeur met behulp van de gps in mijn telefoon tot in de buurt geleid. De chauffeur is dan in het balinees gaan vragen aan een lokale vrouw waar dat in godsnaam die rotswanden zouden zijn waar de zotte toeristen achterin zijn auto zo graag naartoe wouden. De vrouw wist gelukkig waarover het ging. Ze wist onze chauffeur te zeggen dat er vroeger veel toeristen naar kwamen zoeken maar dat het ondertussen al een tijd niet meer bezocht was. Ze wees ons in de juiste richting en ons avontuur kon beginnen. De chauffeur wou mee, dit moest hij met zijn eigen ogen zien. We begonnen aan een afdaling tot we beneden toekwamen. Het was prachtig. We hadden het gevoel dat we in het midden van een jungle waren terechtgekomen. Iets verderop was er een ruïne van een oude badplaats. Een lokale vrouw met een grote mand op haar hoofd kwam voorbij. Onze chauffeur vroeg haar naar de “grotto”. Ze was heel verbaasd om ons daar te zien maar wees ons gelukkig in de juiste richting. Iets verder kwamen we iemand tegen die gras aan het snijden was voor zijn koe. Van deze man kregen we ons laatste stukje belangrijke informatie en gingen we verder. Op dit punt begon het erg nat te worden aan de voeten en de chauffeur wou niet meer verder met ons mee. Dan maar alleen verder en ja hoor… we vonden de grot en de prachtige met mosbedekte rotswanden. De vogels waren aan het fluiten en af en toe kwam er wat zonlicht door de palmbomen. Een perfect moment. Ik wou poseren naast de grot en sprong over het beekje. Toen Veerle de foto aan het nemen was hoorden we geritsel achter haar. Ze keek wat ongerust. Opeens ook geblaf. Er was een hond maar niemand was verder in de buurt. En toen kwam het…het moment dat ik mij niet veilig voelde. De hond had geen halsband aan en hij kwam dichterbij. Nu zagen we hem door het hoge gras. Hij was niet blij. Hij bleef gelukkig wel op een afstand maar was heftig aan het blaffen. Veerle was duidelijk NIET blij met de situatie. Een beek scheidde haar van mij en op bij haar te komen moest ik een stukje terug, over de beek, langs de hond en naar haar.
Zij: “wat nu?”
Ik: “Zeker niet gaan lopen! Blijf staan, ik kom naar u.”
Gelukkig ben ik hondengedragsdeskundige en ken ik wel wat van agressieve honden. Zijn lichaamstaal liet blijken dat hij onzeker was. Dat is in mijn voordeel zolang ik niet teveel druk op hem leg. Hij gromde niet en liet zijn tanden niet zien. Ook goed. Zijn geblaf leek op dat van een hond die alarm sloeg. Misschien was er toch iemand in de buurt? Of misschien waren er nog andere honden…
Ik verzamelde mijn moed en begon traag maar zonder aarzelen naar Veerle toe te bewegen. Deze keer wandelde ik gewoon door het beekje uit omdat ik dacht dat een sprong de hond te fel zou doen schrikken. Natte voeten zijn nog niet zo erg als ze niet nat zijn van het bloed. Ik maakte er een punt van de hond niet in zijn ogen te kijken maar wel in mijn ooghoeken te houden. Ik maakte mij klein en trok spleetogen. Ik geeuwde een paar keer terwijl ik voorbij hem moest. Hij bleef blaffen en schokte wat naar voor als hij blafte. Hij nam wel telkens terug een stap naar achteren. Puur blufgedrag maar niet het moment om te testen of ik gelijk had. Eens voorbij de hond zorgde ik dat mijn borstkas nog steeds naar hem gericht was en dat ik hem nog in mijn ooghoeken had. Ik wandelde traag naar achter en instrueerde Veerle hetzelfde te doen. Toen er ongeveer een goede 15 meter tussen ons zat zijn we aan een stevig tempo terug naar onze chauffeur gewandeld. Eind goed algoed ;-). Ik had mijn foto en wij hadden ons avontuur.
Nachtleven
Er is geen twijfel dat de balinese hond voor mij een snelgroeiende obsessie werd tijdens onze reis. Iedereen die wou luisteren vroeg ik naar de honden. Onze chauffeurs, gidsen, hotelreceptionisten,.. Maar het moment dat mijn fascinatie zijn hoogtepunt bereikte was tijdens onze nachtelijke rit naar Gunung Batur, een vulkaan. We waren daarnaar op weg omdat we deze wouden beklimmen. Hij is maar liefst 1717 meter hoog. We wouden de klim doen zodat we konden genieten van het uitzicht, van het meer, de grote vulkaan (Gunung Agung), de zonsopgang,,…
Dat betekende wel dat ze ons kwamen halen om 2 uur ‘s nachts aan het hotel voor de rit tot aan de voet van de vulkaan en de klim. Anders zouden we niet voor zonsopgang boven geraken.
‘s Nachts waren de wegen van de honden. Ze sliepen op straat, dwaalden rond en trokken zich van weinig aan. Prachtig om te zien. Zelf hebben we het gelukkig nooit zien gebeuren, maar onze chauffeur vertelde ons dat er vaak honden worden aangereden of andere hondgerelateerde ongevallen gebeuren.
Medische zorg
De medische zorg is niet wat hij is bij ons. Er zijn dierenartsen maar die zijn voornamelijk beperkt tot vaccinaties en antibioticakuren. Sterilsaties en castraties worden ook gedaan maar voor andere operaties moet je al naar de grote stad. Voor veel mensen zijn de kosten die hieraan verbonden zouden zijn niet haalbaar. Als de hond dus wordt aangereden en zijn poot breekt zijn er meestal geen opties meer. Kijk naar de situatie in ons land zo een 30 jaar geleden en je zal snappen wat ik bedoel. Als de hond iets ernstig aan de hand had, werd het leven zonder meer beëindigd en het liefst door de eigenaar zelf want dat kost niets.
BAWA – Bali Animal Welfare Organisation
BAWA is een vzw die zich inzet voor het welzijn van alle dieren op Bali. De organisatie verlicht het lijden van dieren door een respons- en reddingsdienst te voorzien. Ze voorzien voedsel en medicatie, rehabilitatie en adoptie. Ze doen aan humane populatie controle, ziektecontrole en ze voorzien intensieve educatieprogramma’s voor duurzame verbetering van het welzijn van de dieren, zowel nu als in de toekomst.
Een zeer grote focus gaat uit naar de genetisch unieke balinese honden die bedreigd zijn. Ze worden bedreigd door de massamoorden die door de overheid zijn uitgevoerd in antwoord op de hondsdolheiduitbraak. Ze worden bedreigd door de hondenvleesindustrie. Hun aantallen zijn naar schatting van 800.000 naar 150.000 gegaan in 10 jaar.
De organisatie draait op donaties en vrijwilligers. Wil je de honden van Bali helpen in stand houden?